Fiscale Oudedagsreserve (FOR)

fiscale oudedagsreserveVan je behaalde winst mag je als zelfstandige jaarlijks een bedrag opzij zetten dat je kan reserveren voor je oudedagsvoorziening. Over dit bedrag dat je opzij zet hoeft je geen belasting te betalen. Het totaal opgebouwde bedrag wordt fiscale oudedagsreserve (FOR) genoemd. Voor alle duidelijkheid, de belasting over dit bedrag wordt later alsnog berekend. Het is dus geen vrijstelling in de zin van aftrekpost, het is uitstel van belasting betalen. Daarmee kan je een voordeel behalen doordat je later na je pensioen eventueel in een lagere belastingschijf valt en de uitkering kan spreiden.

Streep door oudedagsreserve

Het kabinet zet echter een streep door deze reserve per 2023. Vanaf 1 januari 2023 is een (verdere) opbouw daarom niet meer mogelijk. Er is wel overgangsrecht van toepassing, waardoor al opgebouwde oudedagsreserves nog volgens de huidige regels kunnen worden afgewikkeld. 

Fiscale oudedagsreserve voorwaarden.

Jaarlijks kunt u vrijwillig een bedrag aan uw fiscale oudedagsreserve toevoegen en dit in mindering brengen op uw belastingaangifte. Om voor de Fiscale Oudedagsreserve in aanmerking te komen dient u aan een aantal voorwaarden te voldoen:

  • Er moet voldoen worden aan het urencriterium voor zelfstandigen.
  • Je mag aan het begin van het kalenderjaar de AOW-leeftijd nog niet hebben bereikt.
  • In 2022 mag je een maximaal bedrag toevoegen van 9,44% van de winst met een maximum van € 9.632,- (2021: 9.395,- / 2020: 9.218,- / 2019: 8.999,- / 2018: 8.775,- / 2017: 8.946,- / 2016: € 8.774,- / 2015: € 8.631, – / 2014: € 9.542,-)
  • Belangrijk: de totale oudedagsreserve mag niet hoger zijn dan uw bedrijfsvermogen. Je moet dus wel de liquide middelen of andere bezittingen hebben om te mogen reserveren. 
  • Je dient jaarlijks op de balans van uw onderneming de stand van de opgebouwde reserve te vermelden (doen wij voor je).

Als je niet meer aan het urencriterium voldoet, dan kan geen toevoeging plaatsvinden. In het jaar erop kan soms verplichte vrijval plaatsvinden, tenzij het ondernemingsvermogen hoog genoeg is.

Uitstel van belastingbetaling

Elk jaar dat je een bedrag aan de oudedagsreserve toevoegt, krijgt je over dat bedrag uitstel van belastingbetaling. Dit betekent dat u minder inkomstenbelasting hoeft te betalen. Je beschikt daardoor over een bedrag dat je anders direct als belasting had moeten betalen. Wij als administratiekantoor raden u niet aan de fiscale oudedagsreserve tot het maximaal mogelijke op te voeren, want de oudedagsreserve is eigenlijk uitstel van betaling van belasting. Het kan zijn dat u ooit moet afrekenen op een moment dat het je niet goed uitkomt. Je kunt dit geld wel op een (zakelijke) spaarrekening of deposito zetten en er later een pensioen mee inkopen. Ook mag er tussentijds worden afgestort op een lijfrente, wat leidt tot een verlaging van de reserve.

De berekening van de fiscale winst voor de aftrek

De toevoeging van maximaal 9,44% (was 9,8% tot en met 2017) van de winst wordt berekend over de ‘fiscale winst’. De fiscale winst is de winst volgens de verlies- en winstrekening, die op bedrijfseconomische grondslagen is vastgesteld, en die vervolgens wordt gecorrigeerd met specifieke fiscale regels. Die correcties zijn:

  • De correctie voor privégebruik van de auto die tot het ondernemingsvermogen behoort, ook wel genoemd ‘de bijtelling’
  • De correctie voor willekeurige afschrijving op bedrijfsmiddelen, of anders gezegd de versnelde of vertraagde afschrijving van investeringen
  • de investeringsaftrek
  • de niet toegestane aftrek van boetes
  • de beperking van de aftrek van de kosten van eten en drinken, en andere zogenaamde ‘gemengde kosten’
  • de beperking van de aftrek van de kosten van werkruimte in de eigen woning
  • de berekening van de forfaitaire kosten van werkruimte in de huurwoning

Staking eenmanszaak en fiscale oudedagsreserve. 

Als je verandert van eenmanszaak naar een BV dient er in principe te worden afgerekend. Het is ook mogelijk om de fiscale oudedagsreserve om te zetten in een recht op lijfrente-uitkering door de BV. In dat geval hoeft er niet direct worden afgerekend. Echter één van de voorwaarden voor het overbrengen van de FOR naar de BV is dat de lijfrente niet mag leiden tot een schuld van de inbrenger aan de BV. Daar dient de inbrenger dus een (liquide) betaling te verrichten aan de BV om zijn FOR daar onder te brengen. Dat geld mag na de oprichting van de BV niet direct worden doorgeschoven naar andere posten. In vaktermen noemt men dit een ‘rondje kasgeld’.

You must be logged in to post a comment.